Han Ming Gerardus Yu is geboren en woonachtig in Amsterdam.

Ming is geboren op Koninginnedag, de 30ste mei 1947. Ming Yu en zijn levenspartner Wouter van Os exploiteerden tussen circa 1965 en 1990 een antiekwinkel.
Op zijn 18de begon Ming te handelen vanuit huis. Door middel van antiekadvertenties bracht hij de handel aan de man. Geprikkeld door het succes en de ervaring van winst besloten ze samen een winkel te openen. Ming engageerde zich fulltime, Wouter behield de eerst jaren zijn baan als filmdistributeur. De winkel was gelokaliseerd in het antiekcentrum van Amsterdam, het zogenaamde Spiegelkwartier'. Ze hadden tevens een atelier aan de Herengracht.

De bron van energie en geluksbeleving, het meegevoerd worden in het economisch proces van een antiquair hangt samen met een cyclisch proces van transities.
Er is de speurtocht en het verliefd worden op een object, die gaat - na een scherpe inkoop - over in het geven van een onderhoud- en poetsbeurt om de verbazing en het appel van potentiële koper te wekken. De volgende transitie is het verkoopverhaal en een lucratieve prijs die kapitaal genereert voor een volgende speurtocht.

Ze waren tomeloos nieuwsgierig om te ontginnen waaruit een goede kunstverzameling bestaat.
Frankrijk, Duitsland en Engeland waren de belangrijkste jachtterreinen voor het samenbrengen van een collectie. Soms zorgden banken voor stress met nieuwe liquiditeitseisen in tijden van economische crisis en om met het communistische Oost Duitsland zaken te doen moesten ze hun onderhandelingscode ontcijferen. De twee partners raakten in het ondernemen steeds beter op elkaar ingespeeld. Ze leerden een balans te brengen tussen een onvermijdelijke beroepsagitatie en zorgen met ontspanning en divertissement. Hun bezoeken aan goede hotels, aan culinair gewaardeerde adressen en voorkeur voor onderscheiden automerken (Rolls) zij daar voorbeelden van.

Ming Yu concentreerde zich meer op de winkelverkoop, contacten met potentiële koper. Hij introduceerde het gebruik van de faxmachine om contact met Japanse klanten te onderhouden. Hij zorgde voor het 'gezicht' van de winkel. Wouter van Os legde zich toe op de technieken om speeldozen te restaureren opdat ze zouden klinken als weleer, tevens was hij de boekhoudkundige en administratieve kracht.

Ze begonnen met het verzamelen en verkopen van 'algemeen' antiek uit de 18de en 19de eeuw. Na verloop van tijd, en als de investeringskas het toeliet, legden ze nieuwe accenten - bij voorbeeld bij gelegenheid op juwelen - en specialiseerden ze zich in antieke mechanische muziekinstrumenten en speeldozen. Daarnaast bleven ze antiquairs met een goede vakkennis van porselein, klokken, schilderijen en sculpturen. Ze nemen deel aan grote antiekbeurzen in Nederland, Duitsland, Olympia Londen, België, ect.

Van Os & Yu zaten samen 25 jaar fulltime in de antiekhandel, inclusief de weekends. Jaar op jaar probeerden ze de collectie te verbeteren met zoeken naar unieke objecten. Bijvoorbeeld pianola's met pianisten uit het begin van de 20e eeuw, zoals Sergej Rachmaninov , Stravinsky en Josef Lhévinne, waarbij het spel vastgelegd is op papierrollen. In maart 1914 werd de Duo-Art pianola geïntroduceerd, een reproductiepiano die rollen afspeelde die waren opgenomen door bekende pianisten en componisten. De 'Van Os & Yu' verzameling speeldozen en mechanische muziekinstrumenten werd beschouwd als een van de grootste en belangrijkste in Europa en zeer gewaardeerd door Japanse kenners.

We kunnen stellen dat de zaak getrokken werd door een tweespan met complementaire talenten. Door ernstige ziekte van Wouter werd ook de continuïteit van de zaak bedreigd en werd besloten de zaak af te bouwen. In 1990 werd de gehele collectie speeldozen verkocht. Ming's leven was ernstig aangetast maar niet zijn liefde voor het antiek, hij bleef privé verzamelen.

De catalogus van de huidige collectie bestaat weer uit functionele en artistieke objecten uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Hun gezamenlijk werk heeft bijgedragen tot het behoud van een historisch-cultureel erfgoed. Door gebruiksvoorwerpen en kunstobjecten uit de 17de, 18de en 19de eeuw te restaureren, te rehabiliteren en te bewaren, wierpen ze licht op de esthetiek en het vakmanschap van deze kunstzinnige voorwerpen uit vervlogen eeuwen. Dit werk is net zo essentieel als het behoud van de woordkunst-literatuur of de muziek uit vorige eeuwen en hun expressieve kracht en betekenis in het heden.
Beide antiquairs genoten van het ultieme vakmanschap die ze ontmoeten in de objecten en de integratie van mythologie, geschiedenis en design in de perioden van toegepaste kunst uit 17de, 18de en 19de eeuw.

Home ENG

Home NL